Confrontatie opzoeken en meegaan in aanvalsgolf
Voor de vraag wat onder meer valt onder de eis van de significante bijdrage bij openlijke geweldpleging is de uitspraak van de Hoge Raad, 8 februari 2011, LJN: BO9823 van belang. In deze uitspraak ging het om supportersgeweld waarbij de verdachte gedurende enige tijd met de groep relschoppers is meegelopen en hij ook ook mee is gegaan met de aanvalsgolf van de supporters. Dit is volgens de Hoge Raad voldoende om als significante bijdrage bij openlijke geweldpleging te worden aangemerkt.
Hoge Raad:
“2.3. Vooropgesteld moet worden dat van ‘in vereniging’ plegen van geweld in de zin van art. 141, eerste lid, Sr sprake is indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is dus niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die ‘in vereniging’ geweld pleegt (vgl. HR 12 oktober 2010, LJN BM2474, NJ 2010/560).
2.4. Het is niet de enkele omstandigheid geweest dat de verdachte in de groep aanwezig was en aldus de groep getalsmatig versterkte welke het Hof voldoende heeft geacht om hem te kunnen aanmerken als iemand die in vorenbedoelde zin in vereniging openlijk geweld heeft gepleegd. ’s Hofs oordeel houdt immers tevens in dat de verdachte welbewust een bijna zekere confrontatie heeft opgezocht en bovendien vervolgens gedurende enige tijd is meegegaan in een aanvalsgolf van de Engelse supportersgroep. Anders dan het middel tot uitgangspunt neemt, heeft het Hof zonder blijk te geven van een onjuiste rechtsopvatting daaruit kunnen afleiden dat de verdachte aldus een voldoende significante bijdrage aan het openlijk geweld heeft geleverd als hiervoor onder 2.3 bedoeld. ’s Hofs oordeel is in dit opzicht toereikend gemotiveerd.”